De traditie om elkaar eieren te geven op christelijk Pasen dateert uit de eerste eeuw na Christus. Volgens de legende werd het ei, aangeboden door Maria Magdalena aan de Romeinse keizer, rood toen hij twijfelde aan het nieuws van de opstanding van Christus. Sindsdien is de meest voorkomende, maar niet de enige kleur voor paaseieren rood of donkerbruin geworden.
instructies:
Stap 1
Uienschillen worden traditioneel gebruikt om paaseieren te kleuren. Ze zakt ermee in het water, kookt tot de eieren helemaal gekleurd zijn. De kleur blijkt roodbruin te zijn, van verschillende verzadiging afhankelijk van de kooktijd.
Stap 2
In kaf gekookte eieren worden soms in oude kousen of panty's gewikkeld om de eieren op te fleuren. De randen van de elastische stof zijn vastgebonden in een strakke, strakke knoop. Na het koken is het ei bedekt met een nauwelijks te onderscheiden patroon dat past bij de textuur van de stof, en in plaats van de knoop wordt een lichte, ongeverfde plek verkregen, vaak in de vorm van een bloem.
Stap 3
In andere gevallen wordt de kous vervangen door blad en draad. Het blad wordt aan het ei vastgebonden en in het water neergelaten. Het oppervlak van de schaal onder het blad is slecht gekleurd, wat resulteert in een reliëfvorm. Als je wilt, kun je twee of drie vellen combineren.
Stap 4
De schil kan onlangs worden vervangen door kleurstoffen voor levensmiddelen. Ze zijn veel gevarieerder van kleur: rood, roze, blauw, groen, geel … daarnaast kun je speciale stickers kopen met symbolen van het christelijk geloof en Pasen.
Stap 5
Je kunt de eieren versieren, of liever laten glanzen, door een dun laagje zonnebloemolie aan te brengen. De kleur van de verf, of het nu voedselkleurstof of uienschillen zijn, wordt dieper en het oppervlak gaat glanzen.